Reactie VNO-NCW West op Ruimtelijk Voorstel Zuid-Holland

Op woensdag 6 maart hebben de Provinciale Staten van Zuid-Holland het Provinciaal Ruimtelijk Voorstel vastgesteld. Rogier Krabbendam, directeur Public Affairs, gaf namens VNO-NCW West een inspraakreactie, zoals hij in november 2023 tijdens een commissievergadering over dit onderwerp ook al deed.

Rogier Krabbendam gaf de leden van Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten het volgende mee:

Het combineren van de nationale opgaven met de lokale plannen en behoeften in de provincie Zuid-Holland is een ingewikkelde puzzel. Duidelijk is dat vrijwel alle nationale opgaven ook spelen in Zuid-Holland. Maar met het voorliggende Ruimtelijk Voorstel geeft de provincie Zuid-Holland helaas nog weinig concrete antwoorden op de vragen uit het Provinciaal Startpakket Fysieke Leefomgeving uit 2022. Het Ruimtelijk Voorstel geeft wel enkele belangrijke kaders mee t.a.v. van de toekomstige verdeling van de schaarse ruimte in Zuid-Holland. En het zijn juist deze kaders die tot veel onrust hebben geleid bij medeoverheden en andere stakeholders. Want wonen en werken moeten het na 2030 doen met die ruimte die zij op dat moment tot hun beschikking hebben. Maar dit is verder per gebied niet uitgewerkt. Wat dit betekent voor de ruimte voor bedrijven, circulaire economie en energietransitie, logistiek en recreatie blijft ongewis. Het vraagt om een enorme intensivering van de bebouwde omgeving waar de infrastructuur nu al onder enorme druk staat. Het zo dichtbij mogelijk van werken en wonen wordt een hele opgave, juist ook door de transformatie van veel binnenstedelijke bedrijventerreinen.

Daarmee is de gewenste richting misschien wel enigszins duidelijk, maar weten medeoverheden en andere belanghebbenden tegelijk nog helemaal niet waar ze aan toe zijn. Veel onderdelen uit het Ruimtelijk Voorstel moeten nog worden uitgewerkt in visies en aan diverse tafels. Er liggen dus nog maar weinig concrete keuzes voor. Terwijl deze kaders wel omineus boven het hoofd blijven hangen, waarvan we de consequenties moeilijk kunnen worden overzien.

En wanneer de inhoud van het voorstel niet voor zich spreekt en partijen zich niet goed mee genomen voelen, dan richten de pijlen zich terecht op het proces. Hopelijk trekt het college van Gedeputeerde Staten hier lering uit, want de onvrede over het Ruimtelijk Voorstel en het doorlopen proces is groot. Want op deze manier komen we niet tot gedragen keuzes en antwoorden richting het Rijk en de duidelijkheid waarom de samenleving vraagt. En voor ondernemers is duidelijkheid en voorspelbaarheid een van de belangrijkste factoren om te weten of je wel of niet uit kunt breiden, kunt investeren in de toekomst van je bedrijf en je mensen en in de noodzakelijke maatschappelijke en economische transities.

Een ruimtelijk-economische transitie is hard nodig, maar de ruimtelijk-economische visie in Zuid-Holland is er nog niet. Wel is er sinds het najaar van 2023 een Nationaal Programma Ruimte voor Economie dat in tegenstelling tot het Ruimtelijk Voorstel uitgaat van een behoefte aan groei van de totale oppervlakte van bedrijventerreinen, waarbij de circulaire economie gezien wordt als een belangrijke extra ruimtevrager. Hoe deze extra ruimte in Zuid-Holland gefaciliteerd gaat worden. Wij weten en lezen het nog niet. Ook missen wij in het Ruimtelijk Voorstel een goede aansluiting bij de uitgangspunten van de Groeiagenda Zuid-Holland.

VNO-NCW West en het georganiseerd bedrijfsleven blijven uiteraard bereid om mee te werken aan een toekomstbestendig Zuid-Holland en om een belangrijke bijdrage te leveren aan onze brede welvaart. Want als het ondernemingsklimaat verslechtert en ons verdienvermogen onder druk komt te staan, dan komt ook onze gedeelde brede welvaart onder druk te staan.

Reactie Ondernemend Leiden

Vanuit Ondernemend Leiden kwam de volgende reactie:

‘Met het Ruimtelijk Voorstel dat is aangenomen, zijn wij niet tevreden. Wij maken ons zorgen over de consequenties van de politieke keuze om na 2030 bedrijven geen extra ruimte te willen geven, terwijl duidelijk is dat er voor de transitie naar een circulaire economie rond de 40% extra ruimte nodig is. Ruimte die misschien alleen tijdelijk nodig is, maar wel noodzakelijk is om de omslag überhaupt te kunnen maken. Voor dit argument toont de provinciale politiek zich helaas nog niet gevoelig’.

‘Wij staan wel positief tegenover het aangenomen amendement dat de VVD heeft ingediend, waardoor bij de verdere uitwerking van de ruimtelijke koers per regio een ‘impactanalyse’ zal worden uitgevoerd voor wonen (beschikbare woningen vs behoefte) en werken (beschikbare ruimte vs behoefte aan ruimte voor bedrijven) om helder te krijgen wat de consequenties van die keuze zijn. Dit zowel bij het opstellen van het strategisch afwegingskader als bij de thematische en gebiedsgerichte uitwerking, zodat indien nodig specifiek op een regio of regio’s (bovenregionale afstemming) toegesneden keuzes mogelijk blijven’.

‘VNO-NCW West en het georganiseerd bedrijfsleven blijven uiteraard bereid om mee te werken aan een toekomstbestendig Zuid-Holland en om een belangrijke bijdrage te leveren aan onze brede welvaart. Want als het ondernemingsklimaat verslechtert en ons verdienvermogen onder druk komt te staan, dan komt ook onze gedeelde brede welvaart onder druk te staan. Wij blijven daarom in gesprek met Gedeputeerde Staten over de juridische verankering in het Omgevingsbeleid en de uitvoering en consequenties van de kaders die nu zijn vastgesteld’.

bedrijventerreinen