2013 – Internationale kennis, nieuwe banen en nieuwe markten voor het midden en klein bedrijf in de Leidse regio. Dat is de inzet van de economische agenda.

Deze gezamenlijke agenda geeft aan waar de Leidse regio de economie moet vernieuwen en welke bestaande onderdelen ze moet versterken. Dit gebeurt door in te zetten op het stimuleren van ondernemerschap, betere aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt, door een aantrekkelijk vestigingsklimaat en door regiomarketing en acquisitie. De regionale agenda is tot stand gekomen via een intensieve samenwerking tussen de vijf gemeenten (Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Voorschoten en Zoeterwoude), onderwijsinstellingen en vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven van de Leidse regio.

Eerste 10 acties

De regio gaat eerst aan de slag met een tiental concrete acties. Het gaat om (1) het verbeteren van de samenwerking tussen zorginstellingen in de regio, (2) een onderzoek naar de toeleveranciers van kennisbedrijven met een scan naar onbenutte mogelijkheden voor het MKB in de regio, (3) een onderwijsprogramma op het gebied van ondernemerschap, (4) het faciliteren van netwerken tussen de betrokken partijen van de agenda, (5) het organiseren van een ‘Leidse regio Werk-top’ om werkgevers en onderwijs te betrekken bij ‘de onderkant van de arbeidsmarkt in crisistijd’, (6) het profileren van de bedrijventerreinen, (7) hotspots voor vrije Wifi, (8) het gezamenlijk oppakken van regiomarketing, (9) het oprichten van een talentpool ten behoeve van R&D functies en (10) het aantrekken van meer (inter)nationale congressen die passen bij het profiel van de Leidse kennis- en talentenregio.

Versterken wat al sterk is

De Leidse regio is de meest kennisintensieve regio van Nederland en heeft de hoogst opgeleide werknemers van Nederland, Zij vinden hun werk vooral in kennisintensieve organisaties en instellingen. Het Leiden Bio Science Park, het Leids Universitair Medisch Centrum en de Universiteit Leiden zijn daarbij de grootste werkgevers. Ook de komende 10 jaar valt hier het meeste werk te verwachten. Door het uitvoeren van de agenda wil de Leidse regio zijn positie in de top van de Europese kennisregio’s behouden met Life Science als sleutelsector. Door deze Life Science sector te verbinden met Health en Space ontstaan er nieuwe kansrijke uitbreidingen met een netwerk richting de regio (zorginnovatie), Delft (Spacetechniek) en Noordwijk (Estec). Maar ook de creatieve sector in Leiden is een bloeiende kennisintensieve sector, waarbij (internationale) academische vaardigheden van oudsher worden gecombineerd met talent, vakmanschap en bedrijvigheid. Door het verbreden van de top van de economie, komt er ook een verbreding van de basiseconomie. Dat is gunstig voor de hele Leidse regio, waarbij iedere gemeente, onderneming of instelling zijn sterke punten verder kan ontwikkelen. De Leidse regio is hierbij geen eiland, maar een schakel met andere metropoolregio’s en samenwerkingsverbanden zoals Holland Rijnland.

Nieuwe sectoren

De Leidse regio wil zich dus niet richten op een of twee sectoren, maar zich verbreden. De komende jaren wordt daarom ingezet op de Bio based economy en zorginnovatie. Ook het versterken van de dienstverlening op gebied van verzekeringen en pensioenen biedt kansen. Deze sectoren hebben een relatie met de Life Science sector, maar zorgen ook voor een verbreding van de economie. Zo wordt het voor kenniswerkers nog aantrekkelijker om in de Leidse regio te komen en te blijven werken. Voor studenten is Leiden een ideale plek om te studeren vanwege de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt van de Leidse regio. Omliggende gemeenten bieden voor kenniswerkers een aantrekkelijk woonklimaat of zijn sterk in dienstverlening, zorg of bieden voorzieningen als recreatie. Genoeg kansen voor samenwerking tussen ondernemers, onderwijsinstellingen en gemeenten.

Informatieronde

De betrokken partijen gaan de agenda nu presenteren aan hun achterban. Deze informatieronde loopt tot eind september. Daarna wordt de agenda eind dit jaar vastgesteld in de verschillende besluitvormingsorganen van onderwijsinstellingen, koepels van ondernemingen en de vijf gemeenten. Naast de 10 acties op korte termijn, wordt er in een aparte uitvoeringsagenda verdere acties uitgewerkt. Deze uitvoeringsagenda krijgt na de verkiezingen zijn definitieve vorm